Loading...

brandveiligheid Actueel

In december 2015 publiceerde NEN de norm 8012 “Keuze van het leidingtype met als doel het beperken van schade als gevolg van brand van en via elektrische leidingen met inbegrip van glasvezelleidingen”. Deze norm bepaalt de toepassing van brandklassen van bekabeling. De vraag is: wat is de status van deze norm? En: moeten we deze norm wel gebruiken?

Afgelopen maart publiceerde Ronald Oldengarm, werkzaam voor DGMR Arnhem, het artikel "Bekabeling en brandveiligheid: wat is de status van NEN 8012?", waarin hij aangeeft dat de NEN8012 geen wettelijke grondslag heeft.

In dit rapport onderzoekt het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie beleidsmaatregelen die de brandveiligheid in woningen kunnen verbeteren. Eerst is een inventarisatie gemaakt van mogelijke beleidsmaatregelen. Uit deze lijst van mogelijke beleidsmaatregelen is een selectie gemaakt van een viertal maatregelen. Deze zijn nader onderzocht en er is ingeschat welke maatschappelijke baten en kosten optreden bij invoering van deze vier geselecteerde beleidsmaatregelen.

Het viertal beleidsmaatregelen betreft twee typen met elk twee varianten. Het eerste type is verplichte woningsprinklers, het tweede type brandveiligheidseisen aan gestoffeerd meubilair zoals banken. Bij de verplichte woningsprinklers is het onderscheid tussen de varianten een verplichting bij nieuwbouw versus een verplichting bij bestaande bouw. De vaste kosten van een sprinklersysteem kunnen hierbij over meerdere appartementen worden verdeeld. Bij de brandveiligheidseisen aan gestoffeerd meubilair zijn eveneens twee varianten gehanteerd: toepassing van brandveiligheidseisen zoals die op het moment van schrijven in het Verenigd Koninkrijk gelden en dezelfde eisen, maar dan met een verbod op zogenaamde chemische vlamvertragers en zonder brandveiligheidseisen voor matrassen en bedden.

Beide varianten van de beleidsmaatregel “verplichte woningsprinklers” kennen maatschappelijke baten in termen van vermeden schade, vermeden dodelijke slachtoffers, vermeden gewonden en vermeden inzet van de brandweer, maar deze blijken niet hoog genoeg om de investeringskosten van de woningsprinklers goed te maken.

Bij de beleidsmaatregel “brandveiligheidseisen aan gestoffeerd meubilair” leiden de analyses niet tot een eenduidig positieve of negatieve uitkomst. Of het saldo van maatschappelijke baten minus kosten positief of negatief is, blijkt namelijk af te hangen van specifieke veronderstellingen in de berekeningen. Een beperking bij de variant zonder verbod op chemische vlamvertragers is dat het in de huidige analyses niet mogelijk is gebleken om een waarde toe te kennen aan mogelijke risico’s van het gebruik van chemische vlamvertragers om aan brandveiligheidseisen te voldoen. In dit onderzoek kon niet worden vastgesteld in welke mate producenten van meubilair van chemische vlamvertragers gebruik zouden maken om aan brandveiligheidseisen te voldoen en of en in welke mate de toegepaste chemische vlamvertragers tot verhoogde risico’s voor mens of milieu zouden leiden.

Vervolgonderzoek met betrekking tot woningsprinklers zou zich kunnen richten op specifieke situaties waarin de maatschappelijke baten de maatschappelijke kosten wél overtreffen. In dit verband zou bijvoorbeeld meer onderzoek kunnen worden gedaan naar de zogenoemde waterleidingsprinkler, een type woningsprinkler dat gevoed wordt door de waterleiding en geen separate pomp kent. Wat brandveiligheidseisen aan gestoffeerd meubilair betreft is de kernvraag of er een vormgeving is waarbij de baten de kosten op robuuste wijze overtreffen. Nader onderzoek naar de toepassing van chemische vlamvertragers in de praktijk en de risico’s daarbij zou daarin behulpzaam zijn, evenals nader onderzoek naar de omstandigheden waaronder alternatieve technieken voor chemische vlamvertragers rijp zijn voor grootschalige toepassingen.

Het rapport kunt u downloaden vanaf onze website en is ook te vinden op de website van het WODC.

Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)heeft op 31 oktober 2013 het ‘Kennisdocument Basis voor brandveiligheid’ uitgegeven. Het document geeft de modellering, onderbouwing, argumentatie en achtergrondinformatie over brandpreventie in gebouwen. Het kennisdocument is geschreven door René Hagen en Louis Witloks van het lectoraat Brandpreventie van het IFV, in goede afstemming met diverse vakgroepen van Brandweer Nederland. De uitgave vervangt de serie Brandbeveiligingsconcepten van het voormalige Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het kennisdocument bestaat uit drie delen.

Het eerste deel begint met een denkraam voor de brandpreventie. Onderwerpen als risicobenadering en fire safety engineering komen aan de orde.

De kaders voor de brandveiligheid staan in het tweede deel. Ze vormen de achterliggende onderbouwing en gaan onder meer over risico's, wettelijk kader alsmede de wetenschappelijke onderbouwing.

Het derde deel - de bijlagen - bevat een kenschets van gebouwen, het analysemodel vluchtveiligheid waarin het gedrag van mensen tot uiting wordt gebracht, casuïstiek van recente branden en een literatuurlijst.

Het kennisdocument is te bestellen bij het IFV via de webshop. Ga daarvoor naar de rubriek Brandweeracademie/Overige publicaties.

Overige nieuws berichten